Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de kansspelen

 

Artikel 7b
1
Onder winkelweekacties worden verstaan die kansspelen, welke voor bijzondere gelegenheden en ten hoogste tweemaal per jaar voor een beperkte periode van ten hoogste vier weken worden georganiseerd door een groepering van tien of meer ondernemers of filiaalhouders in de detailhandel, het ambacht of het horecabedrijf, die in een of aan elkaar grenzende gemeenten hun bedrijf uitoefenen.
2
Voor het houden van winkelweekacties als in lid 1 bedoeld moet vergunning worden verkregen van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, waaronder de gemeente waar de winkelweekactie zal worden gehouden, ressorteert.
3
In het geval een winkelweekactie wordt georganiseerd in aan elkaar grenzende gemeenten, die niet onder eenzelfde Kamer van Koophandel en Fabrieken ressorteren, kan met vergunning van een Kamer worden volstaan. De betrokken Kamer treedt, alvorens de gevraagde vergunning te verlenen, in overleg met de Kamer, binnen wiens ressort de betrokken winkelweekactie eveneens zal worden gehouden.
4
De vergunning wordt verleend, indien en op voorwaarde dat de prijzen of premies in geld of goederen, die ter beschikking van de deelnemers worden gesteld, gezamenlijk geen grotere waarde hebben dan € 11.950,- (elf duizend negenhonderd en vijftig euro) en de deelnemersbewijzen door de betreffende ondernemers aan hun afnemers om niet ter beschikking worden gesteld.
5
De Kamer van Koophandel en Fabrieken is bevoegd een vergunning niet aanstonds te verlenen, indien een ordelijk verloop van zaken zulks gewenst doet zijn; zij kan aan de vergunning voorschriften verbinden.
6
De Kamer van Koophandel weigert een gevraagde vergunning of trekt een verleende vergunning in, indien aannemelijk is, dat bij de wet of de vergunning gestelde voorschriften niet zullen worden nageleefd of zodanige voorschriften niet zijn nageleefd.
7
Voor de behandeling van een aanvraag om een vergunning moet een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen bedrag worden betaald. De voordracht tot vaststelling of wijziging van deze algemene maatregel van bestuur wordt Ons gedaan door Onze Ministers van Justitie en van Economische Zaken.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •